In deze video kun je in het Spaans luisteren naar de namen van de verschillende weersomstandigheden.
Een woordenlijst:
Hace buen tiempo Hace mal tiempo Hace frío Hace calor Hace sol Hace viento Hace (unos) 25 grados Llueve (llover) Nieva (nevar) Hay tormenta Hay niebla Hay chubascos Está nuboso / nublado Está despejado |
Het is mooi weer Het is slecht weer Het is koud Het is warm De zon schijnt Het waait Het is (ongeveer) 25 graden Het regent (regenen) Het sneeuwt (sneeuwen) Het stormt / onweert Het is mistig Er zijn regenbuien Het is bewolkt Het is onbewolkt |
Wil je op leuke wijze Spaans leren en oefeningen doen?
Vul hieronder je naam en e-mailadres in en je kunt met 20 gratis oefening starten!
"*" geeft vereiste velden aan
Het vriest!!??
ik dacht het vriest : hiela en de vorst : la helada
kouder dan nul graden zijn, waardoor water ijs wordt – helar
Het heeft gevroren vannacht. – Anoche heló.
bevriezen – congelar(se)
vrieskou – frío glacial
Hiela
Graniza (het hagelt)
Muy bien explicado!