Huishoudelijke taken in het Spaans

Los quehaceres

lavar los platos sucios – de vaat doen, afwassen
poner la mesa – de tafel dekken
quitar la mesa – de tafel afruimen
pasar la aspiradora – stofzuigen
dar de comer al perro – de hond te eten geven

Kinderen; jullie moeten deze morgen klusjes in huis doen!

Anita: “Oei, kijk eens naar al die klusjes! Mama weet dat ik inkopen moet gaan doen met Cristina. Ik kan niet…”
Juanito: “Ik ga om één uur voetballen, en heb meer klusjes dan jij.”

Wil je graag goed Spaans leren online? Lees hier meer over onze cursussen

We zijn het huishouden aan het doen!

lavar la ropa – de kleding wassen
secar la ropa – de kleding drogen
sacar la basura – het vuil naar buiten brengen
cortar el césped – grasmaaien
lavar el coche – de auto wassen
cocinar – koken
hacer la cama – het bed opmaken
quitar el polvo – afstoffen
arreglar el cuarto – de kamer opruimen
limpiar el baño – de badkamer schoonmaken
barrer el suelo – de vloer vegen
planchar la ropa – kleding strijken
ordenar las flores – bloemschikken
mover los muebles – de meubels verplaatsen
trapear – dweilen