Een gesprek in de winkel
¿Puedo ayudarle en algo?
Kan ik u ergens mee helpen?
Sí, gracias. Estos pantalones me están un poco grande. ¿Tienen la talla cuarenta?
Ja, dank u. Deze broek is een beetje te groot. Heeft u maat 40?
Creo que sí, aunque tendrá que ser en otro color.
Ik denk het wel, maar het zal een andere kleur moeten zijn.
¿Lo tiene en turquesa?
Heeft u het in turquoise?
Sí, aquí tiene. Los probadores están al fondo a mano derecha.
Ja, hier is het. De paskamers zijn achterin, aan de rechterkant.
Estupendo, voy a probármelos ahora mismo.
Geweldig, ik ga hem nu passen
Wil je graag goed Spaans leren online? Lees hier meer over onze cursussen
Kledingstukken
la prenda – kledingstuk
los pantalones – broek
los pantalones cortos – shorts
la camisa – overhemd
la camiseta – t-shirt
la falda – rok
el vestido – jurk
el traje – pak
la chaqueta – korte jas
los vaqueros – jeans
la rebeca – cardigan
la sudadera – sweater
la ropa – interior ondergoed
los calzoncillos – boxer shorts
las bragas – slip
el sujetador – bh
las medias – panty
los zapatos – schoenen
el cinturón – riem
las zapatillas – sportschoenen
Zie voor meer woorden de pagina over kleding.
Materiaal, stoffen
el algodón – katoen
la lana – wol
la seda – zijde
el lino – linnen
el cuero – leder
la pana – corduroy
Kleuren
verde – groen
azul – blauw
rosa – rose
naranja – oranje
marrón – bruin
negro – zwart
blanco – wit
Voor meer kleuren, bezoek de pagina kleuren in het Spaans.
Professionele cursussen Spaans online. Klik hier voor meer informatie
In de winkel
el probador – paskamer
la percha – kledinghanger
la caja – kassa
las rebajas – uitverkoop
el descuento – korting
el dependiente – verkoper
el precio – prijs
la etiqueta – prijskaartje
la primera planta – eerste verdieping
la planta baja – begane grond
el sótano – souterrain
la tarjeta de crédito – credit card
devolver – terugbrengen
quiero devolver esto – ik wil dit terugbrengen
Zie voor meer woorden de pagina over inkopen doen.
Hoe het past en/of staat
la talla cuarenta – maat 40
pequeño – klein
mediano – medium
grande – groot
me está pequeño/grande/estrecho/ancho/largo – het is te klein/groot/strak/wijd/lang voor mij
te queda muy bien – het staat je heel goed
está muy de moda – het is in de mode
no pega (con eso) – het past niet/staat niet (bij dat)
chulo – mooi
guapo – mooi/knap
Wil je op leuke wijze Spaans leren en oefeningen doen?
Vul hieronder je naam en e-mailadres in en je kunt met 20 gratis oefening starten!
"*" geeft vereiste velden aan